Paragrafen
A. Lokale heffingen
Een van de taken van Groningen Seaports is gericht op vlot, veilig en efficiënt afhandelen van het scheepvaartverkeer en daardoor het waarborgen van de veiligheid in onze havens. Het Nautisch Service Centrum fungeert hiertoe zowel intern als extern als opdrachtnemer. Het NSC, in casu de Havenmeester, beschikt over een zelfstandige bevoegdheid om, indien de omstandigheden dat in termen van veiligheid vereisen, op korte termijn naar eigen inzicht en volgens zelf gestelde prioriteiten te handelen.
In de havengeldverordening 2010 en de daarbij behorende tarieven wordt nader toegelicht welke heffingen Groningen Seaports heft. De baten zijn in de programmaverantwoording zichtbaar gemaakt onder ‘scheepvaartbewegingen’ en ‘scheepvaartgerelateerde opbrengsten’ (zie de toelichting op de winst- en verliesrekening opbrengsten).
B. Weerstandsvermogen en Risicomanagement
Het weerstandsvermogen geeft aan de mate waarin Groningen Seaports in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit die middelen en mogelijkheden waarover Groningen Seaports beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken. Voor de beoordeling van de vraag of Groningen Seaports beschikt over een adequaat weerstandsvermogen moet een relatie gelegd worden tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de daarmee af te dekken risico’s. Het gaat dan met name om de grotere risico’s waarvoor niet op een andere wijze al een voorziening getroffen is.
Inventarisatie van de risico’s
In 2008 is door AON Risk Consultants een risico-inventarisatie uitgevoerd, waarbij een splitsing is gemaakt tussen risico’s die wel en risico’s die niet van invloed zijn op de benodigde weerstandscapaciteit. Voor de risico’s die wel van invloed zijn op de benodigde weerstandscapaciteit is een inschatting gemaakt van de kans dat dit risico zich voordoet en de mogelijke financiële gevolgen ervan. Vervolgens is met behulp van een simulatiemodel de maximum verwachte schadelast berekend.
In december 2008 is door het Algemeen Bestuur besloten om een zekerheidspercentage van 99,5% aan te houden voor de duur van het toen vigerende business plan, te weten 2009 – 2013. Op basis van de doorrekening en dit zekerheidspercentage betekent dit derhalve dat Groningen Seaports minimaal € 13,8 mln dient aan te houden als reserve.
Aanvullend hierop is in het Algemeen Bestuur van december 2009 besloten dat de doorrekening van de benodigde weerstandscapaciteit in ieder geval 1 keer per 4 jaar wordt uitgevoerd. De eerstvolgende reguliere doorrekening zal dan plaatsvinden in 2012. Tot die tijd is de minimaal aan te houden reserve € 13,8 mln. Het is evenwel indien gewenst mogelijk om de benodigde weerstandscapaciteit vaker te actualiseren dan 1 keer per 4 jaar, bijvoorbeeld als er tussentijds een groot risico wordt geïdentificeerd, die naar verwachting grote gevolgen kan hebben voor de benodigde weerstandscapaciteit.
Het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is het sluitstuk van risicomanagement. Aan de basis hiervan staat de risico-inventarisatie, waarbij met een systematische aanpak alle relevante risicogebieden periodiek op eenzelfde manier worden doorgelicht en ingeschat. In 2010 is gestart met periodieke risico-inventarisaties, waarbij de risico-inventarisatie van AON Risk Consultants als basis heeft gediend.
Inventarisatie van de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit
Besloten is om tot en met het jaar 2013 het meest negatieve scenario aan te houden en dus te gaan voor het hoogste zekerheidspercentage. Dit betekent dat de benodigde weerstandscapaciteit € 13,8 mln is.
De beschikbare weerstandscapaciteit komt overeen met de post Algemene reserve uit het Eigen vermogen. De programmaverantwoording 2010 geeft een bedrag van € 57,4 mln.
Beleid inzake het weerstandsvermogen en risicomanagement
Risicomanagement bestaat uit een aantal bouwstenen, waaronder risicobewustzijn, risico-inventarisatie, risicobeheersing en –financiering en risicomonitoring. Deze bouwstenen en de rapportage daarover is opgenomen in de planning & control cyclus.
Het belangrijkste doel dat we als Groningen Seaports willen bereiken is:
Continue actueel inzicht verkrijgen in de risico’s die we lopen bij het behalen van onze ambitieuze doelstellingen en het uitvoeren van onze processen en met dit inzicht de risico’s zodanig beheersen en beheren dat uitvoering van onze processen en de realisatie van onze doelen niet in gevaar komt.
Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement: een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Het verschil tussen de benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit geeft inzicht in het weerstandsvermogen van Groningen Seaports.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, is afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Beschikbare weerstandscapaciteit | ||
Ratio weerstandsvermogen | = | --------------------------------------------- |
Benodigde weerstandscapaciteit |
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, is vastgesteld welk ratio Groningen Seaports nastreeft. Hiertoe maken we gebruik van onderstaand waarderingstabel.
Waarderingscijfer | Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
---|---|---|
A | > 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 < x < 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 < x < 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 < x < 1,0 | Matig |
E | 0,6 < x < 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
Als Groningen Seaports streven we na om de impact van de risico’s te minimaliseren. Dit betekent dat we een weerstandsvermogen beogen dat tenminste voldoende is. Dat komt neer op een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4 met als waarderingscijfer C. Op basis van de stand per ultimo 2010 komen we uit op een ratio van 4,2. Dit is uitstekend.
C. Onderhoud Kapitaalgoederen
De unit Dredging & Maintenance heeft in 2010 een start gemaakt met een meerjaren onderhoudsplan, waarbij de werkzaamheden aan en de onderbouwing van de voorziening groot onderhoud infrastructuur als basis heeft gediend. Daarnaast komt er een onderhoudbeheersysteem. Het is de bedoeling dat in een dergelijk systeem voor de diverse kapitaalgoederen verschillende onderhoudsniveaus worden vastgelegd met daaraan de financiële consequenties gekoppeld. De financiële consequenties van de niveaus worden bepaald door de keuze voor handhaving, verslechtering of verbetering. Op deze manier worden financiële consequenties (lange en korte termijn) van beleidskeuzes inzichtelijk gemaakt.
Voor onder andere wegen, natte en droge haveninfrastructuur, groen, gebouwen en ICT zal dan het volgende worden uitgewerkt:
- het beleidskader;
- de uit dit beleidskader voortvloeiende consequenties;
- de vertaling van de financiële consequenties in de jaarrekening.
D. Financiering
Algemeen
In het functioneren van Groningen Seaports speelt de financiële sturing een hele belangrijke rol. Door de in aard en omvang toegenomen activiteiten van Groningen Seaports, ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt en de wet- en regelgeving is Groningen Seaports gericht op een actief financierings- en treasurybeleid.
De treasuryfunctie bij Groningen Seaports richt zich op:
- de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen;
- beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico’s;
- verkrijgen en behouden van vermogensverschaffers, evenals de toegang tot de vermogensmarkt;
- het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten.
Renterisico positie per ultimo 2010
Groningen Seaports heeft ten behoeve van de investeringsplanning een vijftal rentecontracten afgesloten. Hieronder wordt weergegeven welke rente-instrumenten per ultimo 2010 in portefeuille zijn.
Code | Type | Start | Eind | Act. hoofdsom | Coupon |
---|---|---|---|---|---|
TOTAAL | € 56.000.000 | ||||
SG - 1 | IRS | 1-MEI-07 | 1-JAN-12 | € 0 | 4,4300% |
SG - 2 | IRS | 1-JAN-09 | 1-JAN-13 | € 56.000.000 | 3,9000% |
SG - 3 | IRS | 30-DEC-08 | 1-JAN-14 | € 0 | 3,7155% |
SG - 4 | IRS | 2-JAN-14 | 1-JAN-42 | € 0 | 3,4900% |
DB - 1 | IRS | 1-APR-11 | 1-APR-14 | € 0 | 3,8050% |
Het afdekken van het renterisico betreft alleen de basisrente. Bij het daadwerkelijk aantrekken van vreemd vermogen in de toekomst moeten we rekening houden met liquiditeitsopslagen bovenop de basisrente.
In december 2010 is € 112,5 mln. van de derivatenportefeuille afgekocht. Dit ter voorkoming van een overhedge situatie per ultimo 2010.
De destijds met zekerheid geraamde investeringen zijn uitgebleven, vertraagd dan wel dat de kosten lager zijn uitgevallen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de verwachte financieringsbehoefte per ultimo 2010 aanzienlijk lager uitviel dan begroot. Na de herstructurering is de actuele renterisicoafdekking per ultimo 2010 € 56 mln. tegen een vreemd vermogenpositie per ultimo 2010 van € 59 mln.
Toetsing Wet FIDO – Opbouw en verloop korte schuld
De korte schuld van Groningen Seaports bestaat uit de rekening-courant rekening alsmede aangetrokken kasgeldleningen. Het maximale krediet in rekening-courant bedroeg in per ultimo 2010:
Rabobank € 8.500.000
Voorts bedroeg het saldo kasgeldleningen per ultimo 2010 € 54 mln.
Het risico van kortlopende financiering wordt beperkt door middel van een kasgeldlimiet. Het geeft aan tot welk bedrag activiteiten met korte middelen mogen worden gefinancierd. De omvang van de vlottende schuld is aan een maximum verbonden. De limiet is bepaald op 8,2% van het begrotingstotaal. Groningen Seaports heeft de rentetypische looptijd van het kort vreemd vermogen lang gemaakt door derivaten. Per ultimo 2010 is een kleine overschrijding van de kasgeldlimiet van € 0,1 mln.
Rapportage en toetsing kasgeldlimiet 2010 | bedragen x € 1.000 | |||
---|---|---|---|---|
Q1 | Q2 | Q3 | Q4 | |
Ruimte (+) Overschrijding (-) (1-4) | 2.701 | 2.701 | 2.701 | -130 |
Omvang begroting per 1 januari (=grondslag) | 326.029 | 326.029 | 326.029 | 326.029 |
1 Toegestane kasgeldlimiet (8,2%) | 2.954 | 2.954 | 2.954 | 2.954 |
2 Vlottende schuld | - | - | - | 3.209 |
3 Vlottende middelen | - | - | - | 125 |
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) | - | - | - | -3.084 |
Toetsing Wet FIDO – Opbouw en verloop lange schuld
Het renterisico heeft betrekking op de vaste schuld en op het bedrag waarover renterisico wordt gelopen. Naast de renteherzieningen zijn hiervoor ook de aflossingen van belang, want het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het renterisico wordt getoetst aan het bedrag van de renterisiconorm. De renterisiconorm heeft betrekking op het totaal van de begroting van het komende jaar.
Groningen Seaports heeft tot op heden geen vaste schuld en loopt dus geen risico. De renterisiconorm is derhalve niet van toepassing.
CSA
CSA is een Credit Support Annex. Dit is een juridisch document waarin is afgesproken dat er onderpand wordt betaald of ontvangen tussen de derivatenpartijen. Er is alleen een CSA met Société Générale (SG) voor SG – 4 afgesloten. De derivatenpartijen zijn in dit geval Groningen Seaports en SG.
In deze CSA is een threshold amount (drempelbedrag) afgesproken. Dit betekent dat er tot dat bedrag geen onderpand wordt betaald of ontvangen. Het threshold amount is € 7,5 mln.
In het vierde kwartaal 2010 is de waarde van het derivaat voor het eerst boven het threshold amount uitgekomen. De waarde van het derivaat was toen € 10,1 mln. negatief.
Situatie Q4 2010 | |
---|---|
Waarde derivaat 1 oktober 2010 | € 10,1 mln. -/- |
Threshold amount (drempelbedrag) | - 7,5 mln. |
GSP moet onderpand aan SG betalen | € 2,6 mln. |
Doordat de waarde van het derivaat boven het threshold amount is uitgekomen, betekent dat het meerdere boven het threshold amount moet worden betaald als onderpand. In het vierde kwartaal 2010 is € 2,6 mln. aan SG overgemaakt.
Zodra de negatieve waarde van het derivaat weer beneden de threshold amount uitkomt, wordt het bedrag weer terugontvangen. Dit bedrag is begin 2011 weer terugontvangen.
Financieringsbeleid Groningen Seaports
Het geactualiseerde treasurystatuut van Groningen Seaports is op 18 december 2009 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. In het treasurystatuut zijn de uitgangspunten, doelstellingen en kaders voor de uitvoering van het treasurybeleid vastgelegd. Het treasurystatuut is gebaseerd op de vigerende wetgeving Fido en Ruddo.
Voor het bepalen van de kasstromen van Groningen Seaports wordt een meerjarenprognose opgesteld, die gebaseerd is op de programmabegroting inclusief het financieel- en investeringsmeerjarenplan. Verder wordt er een voortschrijdende 12-maandsprognose uit de meerjarenraming gehaald. Deze prognose wordt maandelijks geactualiseerd. De voortschrijdende prognose inclusief periodieke updates van de investeringsplanning vormen de basis voor het aantrekken van rentederivaten om de renterisico’s af te dekken danwel het daadwerkelijk aantrekken van vreemd vermogen.
E. Bedrijfsvoering
Inzake de stand van zaken en beleidsrealisatie ten aanzien van de bedrijfsvoering wordt verwezen naar het jaarverslag 2010
F. Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin Groningen Seaports zowel een bestuurlijke als financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld, die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op Groningen Seaports.
Participaties behoren niet tot de kernactiviteit van Groningen Seaports. Wel worden deelnemingen gezien als een instrument om de bedrijfsdoelstellingen te helpen realiseren. Daarop worden ze dan ook beoordeeld.
Bij beslissingen over het aangaan van een participatieovereenkomst legt Groningen Seaports zich een aantal beperkingen op. Om te beginnen moet de deelneming tijdelijk (circa 5 jaar) zijn, tenzij die van essentieel en strategisch belang is voor de commerciële ontwikkeling van Groningen Seaports. Echter, normaal gesproken doen we alleen tijdelijk mee om een nieuwe economische activiteit van de grond te krijgen en dan nog alleen in iets geheel nieuws (om concurrentievervalsing met het zittende bedrijfsleven uit te sluiten) en als financiering via de bank niet tot de mogelijkheden behoort. Zodra de nieuwe activiteit voldoende levensvatbaar is en de toegevoegde waarde van Groningen Seaports begint af te nemen, bouwen we het belang af. Elk jaar – bij de bespreking van de programmaverantwoording – bepalen we welke deelnemingen moeten worden aangehouden en op welk niveau.
Groningen Seaports heeft deelnemingen in:
NV Ontwikkelingsmaatschappij RSCG (Groningen Railport)
Doel: Groningen Railport is een van de grootste Nederlandse rail terminals. Groningen Railport is een belangrijk logistiek knooppunt tussen de mainports in het westen (Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen) en in het noorden (Bremen en Hamburg). De functie van logistiek knooppunt wordt verder verstevigd en uitgebreid.
Betrokkenen: Groningen Seaports en gemeente Veendam
Aandeel Groningen Seaports: 65,92%
Ontwikkelingen 2010: Ondanks de herstellende vervoersmarkt heeft Groningen Railport het aantal containers via de railterminal zien dalen. Het aantal containers via de binnenvaart terminal in Westerbroek steeg wel. We hebben moeten constateren dat het aandeel vervoerde containers vanuit/naar het Noorden een shift van spoor naar water heeft gemaakt. Exploitant IMS heeft eind 2010 aangegeven te overwegen om een eigen binnenvaartdienst, naast de spoorshuttles, te willen gaan opzetten. In 2010 hebben we zo’n 30 treinen met kiezelsteen voor de betonindustrie ontvangen. Deze werden door het Duitse OHE gereden – via Weener/Nieuweschans – met Rotterdam Rail Feeding. De bediening van het losse wagon vervoer door DB Schenker werd teruggebracht van 3 tot 2 keer in de week. De douane heeft aangegeven per 1 mei 2011 te vertrekken uit het facilitair centrum. In het facilitair centrum breidde Zend uit met 1 kantoor en kwam Oudes Ondersteuning als nieuwe bewoner. Er is een basis gelegd voor directe contacten met Havenbedrijf Rotterdam op het inland spoorvervoer. De factsheet Oostboog is door Logitech gereed gemaakt. Verdere inbedding van GRP in het logistieke portfolio van Noord Nederland is in 2010 gerealiseerd.
Fivelpoort Beheer BV
Doel: Het voeren van het beheer over Fivelpoort CV.
Betrokkenen: Groningen Seaports
Aandeel Groningen Seaports: 100%
Ontwikkelingen 2010: Er zijn geen bijzondere ontwikkelingen te melden.
Fivelpoort CV
Doel: Bedrijvenpark Fivelpoort is een duurzaam en hoogwaardig MKB-terrein voor bedrijven in de dienstverlenende sector en de kleinschalige industrie. Fivelpoort levert een krachtige bijdrage aan een gezonde regio, zowel economisch als maatschappelijk.
Betrokkenen: Groningen Seaports, gemeente Appingedam en gemeente Delfzijl
Aandeel Groningen Seaports: 33,33%
Ontwikkelingen 2010: Groningen Seaports verricht het management van Bedrijvenpark Fivelpoort. Een bedrijvenpark langs de N33 in de gemeente Appingedam. Fivelpoort is een gezamenlijk initiatief van de gemeenten Appingedam en Delfzijl en Groningen Seaports. Één van de taken is het commerciële management voor Fivelpoort CV. In 2010 heeft er terreinuitgifte plaatsgevonden aan Kamphuis Lastechniek (0,2 ha.). Een vestiging van een industriële dienstverlener. Kamphuis heeft gekozen voor Fivelpoort om de ligging en zichtlocatie aan de N33. De economische ontwikkelingen maken, en hebben gemaakt, dat de uitgifte op Fivelpoort achterblijft op de verwachtingen.
Groningen Seaports ondersteunt ook het proces van Parkmanagement aan de Coöperatie Bedrijvenpark Fivelpoort. Concrete onderdelen uit het parkmanagement op Fivelpoort zijn onder andere een eigen glasvezelnetwerk, (terrein)beveiliging, verlichtingsmanagement en geothermische energie. In 2010 is gewerkt aan het verdere overdracht van de genoemde items van Fivelpoort CV aan de Coöperatie.
Naast bovenvermelde deelnemingen, heeft Groningen Seaports ook bestuursfuncties in de volgende stichtingen:
- Stichting UFO-BED
- Stichting Delfsail 2009
- Stichting Groninger Bedrijven Locaties
- Stichting CCS Noord Nederland
- Stichting Natuurcompensatie
- Coöperatie Bedrijvenpark Fivelpoort
Verder maakt Groningen Seaports onderdeel uit van het samenwerkingsverband in het Seaports Xperience Centre (SXC).
Aansturing
Bij de NV Groningen Railport levert Groningen Seaports een commissaris (die van buiten de organisatie is gehaald om een goede functiescheiding te garanderen). In Fivelpoort Beheer BV en Groningen Railport voeren we ook de directie. Bij Fivelpoort CV zijn we stille vennoot.
In alle gevallen stuurt Groningen Seaports op het rendement van de onderneming. Via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders oefenen we invloed uit, zonder dat we de operationele rol in de onderneming hebben. Waar Groningen Seaports een commissariaat vervult, houden we rechtstreeks toezicht op de directie in het belang van de onderneming.
G. Grondbeleid
Upfront investeren is één van de peilers van Groningen Seaports. Om de doelstellingen te realiseren bevordert Groningen Seaports een actief grondbeleid. Bij de verdere ontwikkeling van een actief grondbeleid zijn de samenwerking met bestuurlijke partners, de private sector en uitvoerende diensten zoals Domeinen een essentiële voorwaarde.
Andere belangrijke speerpunten in ons grondbeleid zijn:
- Een optimale verdeling van erfpacht en koop om te kunnen sturen op toekomstige kasstromen teneinde het toekomstig onderhoud van onze terreinen te kunnen financieren;
- Wij breiden in waar mogelijk;
- Wij dragen zorg voor een duurzaam beheer van de openbare ruimte.